Samenvattingen Informatica

Scroll to Top Button Snel naar

Snel naar

➥INLEIDING ➥HOOFDSTUK 1 ➥HOOFDSTUK 2 ➥MODULE 6 HOOFDSTUK 1

Hoofdstuk 1




Terug naar Inleiding

Inleiding Hoofdstuk 1

In hedendaagse bedrijfsomgevingen speelt datacommunicatie een cruciale rol door computers met elkaar te verbinden voor efficiëntie en samenwerking. Dit wordt mogelijk gemaakt door het gemeenschappelijk gebruik van hardware en software. Systeembeheerders houden het netwerk draaiende en lossen problemen op. Het communicatiemodel omvat een zender en ontvanger, vergelijkbaar met een gesprek tussen spreker en luisteraar.

LAN's (lokaal netwerk) en WAN's (uitgebreider netwerk) zijn onderscheidende elementen in computernetwerken. Het internet, ontstaan in de jaren '70, fungeert als een wereldwijd reservoir van informatie. Het World Wide Web, opkomend in de jaren '90, wordt toegankelijk gemaakt via webbrowsers zoals Microsoft Internet Explorer, Mozilla Firefox, Google Chrome en Safari.

Sociale netwerken zoals Facebook en LinkedIn benadrukken de sociale functie van het internet, terwijl e-mail, chatten, videoconferencing en internettelefonie verdere communicatiemogelijkheden bieden. Het internet faciliteert ook intranet en extranet binnen bedrijven, waarbij mobiele communicatie zoals GSM, smartphones, GPRS en 3G draadloze communicatie mogelijk maakt.

GPS en vergelijkbare systemen ondersteunen wereldwijde locatiebepaling. Het Internet of Things (IoT) maakt gebruik van verschillende protocollen voor communicatie tussen slimme apparaten, terwijl RFID-tags draadloze identificatie en communicatie tussen objecten mogelijk maken.

Elektronisch betalen en e-commerce zijn cruciaal in moderne bankieren en handel, met een focus op veiligheid en privacy. Technologieën zoals RFID bieden indrukwekkende voordelen, maar roepen ook privacykwesties op, waarvoor strikte beveiligingsmaatregelen essentieel zijn. Kortom, datacommunicatie vormt de ruggengraat van moderne samenlevingen, waar diverse technologieën samenkomen voor efficiëntie, connectiviteit en samenwerking.


1.1.1 Het belang van datacommunicatie

Enkele voorbeelden waarom bedrijven computers met elkaar verbinden:

➥ Hardware kan gemeenschappelijk worden gebruikt.

➥ Software kan gemeenschappelijk worden gebruikt.

➥ Gegevensverzamelingen zijn eenvoudiger consistent te houden.

➥ Gegevensverzamelingen zijn eenvoudiger consistent te houden.

Systeembeheer houdt het netwerk draaiende.

1.1.2 De systeembeheer

Bedrijven hebben meerdere systeem- of netwerkbeheerders in dienst om netwerk draaiende te houden, bijvoorbeeld voor het oplossen van hardware of software of dataverbindingen opzetten en onderhouden.

1.1.3 Model van (data)communicatie

Bij datacommunicatie breng je gegevens over van de ene plaats naar de andere plaats. Model van datacommunicatie(communicatiemodel):

Hier is sprake van een zender en een ontvanger. Dit geldt voor alle communicatie; bijvoorbeeld als je met elkaar praat, heb je een spreker (zender) en luisteraar (ontvanger), het medium dan de lucht. En bij een telefoongesprek is het de telefoonlijn. De zender en ontvanger wordt ook wel de bron en bestemming genoemd. Er worden van te voren afspraken gemaakt, bijvoorbeeld de taal en de snelheid waarmee informatie uitgewisseld wordt. Hier kan ook een storing plaatsvinden.

1.1.4 Storing

Bij een storing kan communicatie verstoord worden. Bijvoorbeeld: een gesprek kan worden verstoord door een vliegtuig, iemand met een volle mond praat of doordat anderen erdoorheen praten enzovoort. Door storing kan de boodschap die de bron geeft geïnterpreteerd worden door de ontvangende kant.

1.2 Computernetwerken

Een LAN is een lokaal netwerk, zoals tussen jouw computer en printer, terwijl een WAN een uitgebreider netwerk is, zoals het internet of netwerken tussen kantoorbedrijven.

Een minder bekend begrip is de MAN, wat staat voor Metropolitan Area Network. Dit is een netwerk over een stad.

Er zijn regels en afspraken nodig om apparatuur op zo’n netwerk te laten deelnemen, zodat het ordelijk verloopt. (zie 2.5)

1.3.1 Inleiding internet

Het internet is een wereldomspannend computernetwerk. Het is niet slecht één netwerk: namelijk een aantal netwerken van bedrijven, onderzoeksinstituten, overheidsinstellingen en particulieren.

Het internet is er niet alleen om ons te voldoen van informatie en sociale media, maar ook om bedrijven te concurreren met andere bedrijven. Het moet ervoor zorgen dat mensen minder op pad hoeven te gaan, bijvoorbeeld: thuis werken, thuis boodschappen doen of thuis informatie op vragen.

Internet bestaat al sinds 1970, in de VS ontstaan door universiteiten met elkaar werd verbonden door het ARPAnet(Advanced Research Project Agency).

Internet is een groot reservoir met betrouwbare en onbetrouwbare, juiste en onjuiste gegevens over allerlei onderwerpen. Hierin kun je met een zoekmachine zoeken wat je nodig hebt. Het fungeert ook als ‘transportmedium’ voor berichten, die niet alleen uit tekst maar ook uit beelden of geluid kunnen bestaan. Bovendien wordt de sociale functie van het internet steeds belangrijker; denk aan sites als Facebook, Hyves en LinkedIn.

De belangrijkste ‘Toepassingsmogelijkheden’:

➥ het World Wide Web (WWW)

➥ e-mail

➥ sociale netwerken

➥ telefoneren

➥ nieuwsgroepen

downloaden van bestanden (muziek, software, video enz.)

1.3.2 Word Wide Web

Het World Wide Web is begin jaren 90 een internetdienst geworden door mensen die het internet makkelijker wilden maken. Ze ontwikkelden een systeem om gegevens te ordenen en onderling te verbinden. Er kwamen programma’s om eenvoudig door gegevens te bladeren: webbrowsers. Zo kunnen wij surfen op het web.

Bekende programma’s zijn:

➥ Microsoft Internet Explorer

➥ Mozilla Firefox

➥ Google Chrome

➥ Safari

De meeste bedrijven, organisaties, overheidsinstanties en bekende personen hebben een website opgezet. Met de vorm www.[naam van het bedrijf].nl (URL = Uniform Resource Locator)

Handel via websites noemen ze ook wel e-commerce of e-business.

Elk land heeft een aparte uitgang op een domain, dat noem je een top-level domain. Zoals:

Europa heeft zijn eigen top-level domain gekregen: eu.

1.3.3 Email

Bij e-mail gaat het om het versturen van elektronische berichten naar andere computergebruikers. Een e-mailadres bestaat uit drie delen: de gebruikersnaam, het scheidingsteken @, en de naam van het domein waar de geadresseerde zijn elektronische postbus heeft. E-mailberichten kunnen bijlagen bevatten, zoals tekst-, geluids- of afbeeldingsbestanden.

Providers bieden vaak e-mailservices aan, waarbij de mail op hun server wordt bewaard en door gebruikers kan worden opgehaald. Spam, ongewenste e-mail, is een groeiend probleem, en spamfilters proberen dit te beheersen. Webmailservices, zoals Gmail en Hotmail, stellen gebruikers in staat e-mail via een webbrowser te lezen en te versturen.

1.3.4 Chatten, samenwerken en sociale netwerken

Chatten via programma's als MSN Messenger en op diverse websites maakt contact met anderen op afstand mogelijk. Chattaal met afkortingen en smileys is gebruikelijk. Computernetwerken bieden samenwerkingsmogelijkheden, waarbij bestanden online kunnen worden bewerkt. Weblogs, subjectieve websites in dagboekvorm, zijn voorbeelden van online content.

Sociale netwerken zoals Facebook, Hyves en Linkedin worden populairder voor het onderhouden van persoonlijke en zakelijke contacten. Twitter, een sociale-netwerkservice, stelt gebruikers in staat korte berichtjes (tweets) te publiceren en wordt ook ingezet voor snelle nieuwsberichtgeving. Web 2.0 benadrukt gebruikersgerichte contentcreatie in interactieve webomgevingen.

1.3.5 Internettelefonie

Internettelefonie, ook bekend als Voice over IP (VoIP), maakt gebruik van het Internet Protocol om spraakverkeer over internet te transporteren. Gesprekken worden omgezet in datapakketten en via datalijnen verzonden. Vooral bij internationale gesprekken biedt internettelefonie kostenvoordelen. Telefoonaanbieders proberen VoIP via smartphones soms te blokkeren. Populaire programma's zijn Skype, Google Talk en Gizmo. Sommige telefoontoestellen combineren internetbellen met een reguliere telefoonlijn.

1.3.6 Nieuwsgroepen

USENET, een nieuwsgroepenservice, fungeert als een elektronische krant waarin gebruikers berichten kunnen plaatsen en discussiëren. De informatie is verdeeld in nieuwsgroepen. Lidmaatschap is handig voor gerichte informatiezoekopdrachten. USENET wordt ook gebruikt voor het verspreiden van materialen, legaal en illegaal.

1.3.7 Downloaden van bestanden

Bestanden downloaden van internet is gebruikelijk, bijvoorbeeld muziek, drivers, of programma-updates. Peer-to-peer-netwerken zoals BitTorrent, FastTrack en Gnutella stellen gebruikers wereldwijd in staat bestanden te delen. Illegaal downloaden is in sommige landen strafbaar. Er zijn discussies over het blokkeren van illegale verspreiding.

1.4 Intranet en extranet

1.4.1 Intranet

Intranet maakt gebruik van internettechnologie binnen een bedrijf. Het biedt een intern netwerk voor informatie zoals telefoonlijsten, prijslijsten, en handleidingen. Het kan ook toegang geven tot het externe internet met beveiligingsmechanismen.

1.4.2 Extranet

Extranet breidt intranet uit naar externe partners, zoals leveranciers of klanten, met beperkte toegang tot interne informatie.

1.5 Videoconferencing

Videoconferencing maakt gebruik van datacommunicatie voor vergaderingen via internet. Het bespaart tijd, kosten en is milieuvriendelijker. Vereisten zijn een snelle internetverbinding, geschikte programma's zoals NetMeeting, en hardware zoals webcams.

1.6 E-learning

E-learning, leren op afstand, wordt ondersteund door elektronische leeromgevingen (ELO's). ELO's bieden cursusmateriaal, communicatie tussen docenten en studenten, en resultatenregistratie. Flexibiliteit, zelfstudie, en gebruik van verschillende media zijn voordelen, maar er zijn ook nadelen zoals vereiste zelfdiscipline.

1.7 Telewerken

Dankzij internet en intranet is telewerken, thuiswerken, mogelijk. Voordelen zijn flexibiliteit, hogere productiviteit en minder reiskosten. Nadelen omvatten zelfdiscipline en beperkt contact met collega's.


Mijn werkplek voor deze opdracht

1.8 Mobiele communicatie

1.8.1 Gsm en smartphone

Gsm (Global System for Mobile Communications) en smartphones zijn wijdverspreid. Ze maken gebruik van zendmasten en radiogolven voor draadloze communicatie.

1.8.2 GPRS

GPRS (General Packet Radio Service) is een aanvulling op gsm, gericht op gegevensoverdracht voor internettoegang op mobiele telefoons.

1.8.3 G3

G3(UMTS) is een opvolger van GPRS voor mobiele datacommunicatie met hogere snelheden. Het maakt diverse multimediatoepassingen mogelijk.

1.9.1 GPS

GPS (Global Positioning System) is een wereldwijd satellietplaatsbepalingssysteem. Andere systemen zoals GLONASS (Rusland) en Galileo (Europa, civiel) zijn in ontwikkeling.

1.9.2 Vegelijkbare systemen

In het hart van het Internet of Things (IoT) bevinden zich protocollen die de communicatie en gegevensoverdracht tussen apparaten mogelijk maken. Deze protocollen vormen de ruggengraat van het groeiende ecosysteem van met elkaar verbonden slimme apparaten.

MQTT is een lichtgewicht, op berichten gebaseerd protocol dat specifiek is ontworpen voor situaties waarin beperkte bandbreedte en onbetrouwbare netwerkverbindingen aanwezig kunnen zijn. Het wordt vaak gebruikt in toepassingen zoals domotica, waarin kleine hoeveelheden gegevens snel en efficiënt moeten worden uitgewisseld tussen apparaten.

CoAP is een ander belangrijk protocol voor het IoT, met de nadruk op eenvoud en lage overhead. Het is ontworpen om efficiënt te werken op apparaten met beperkte middelen, zoals sensoren en actuatoren. CoAP vergemakkelijkt de communicatie tussen apparaten in lage-vermogen, op batterijen werkende IoT-toepassingen.

DDS richt zich op betrouwbaarheid en schaalbaarheid in gedistribueerde systemen. Dit protocol wordt vaak gebruikt in grootschalige IoT-toepassingen waar realtime gegevensuitwisseling essentieel is, zoals in de gezondheidszorg en industriële automatisering.

De keuze van het juiste protocol hangt af van de specifieke vereisten van de IoT-toepassing, en deze diversiteit aan protocollen stelt ontwikkelaars in staat om op maat gemaakte oplossingen te bouwen voor verschillende scenario's binnen het groeiende Internet of Things.

1.10.1 De tag

Een RFID-tag, bestaande uit een geïntegreerde chip en antenne, vormt de kern van Radio-Frequency Identification (RFID). Deze tag maakt draadloze identificatie en communicatie tussen objecten mogelijk. Het is een compacte, krachtige tool die in diverse sectoren wordt ingezet voor uiteenlopende doeleinden.

1.10.2 Toepassingsmogelijkheden

RFID kent een breed scala aan toepassingen die variëren van logistiek en supply chain management tot bibliotheken en contactloze betalingen. In de detailhandel wordt het gebruikt voor voorraadbeheer, terwijl het in de gezondheidszorg dienstdoet bij patiëntidentificatie en medicijnbeheer. De technologie vergroot efficiëntie en nauwkeurigheid in uiteenlopende processen.

1.10.3 De toekomst

De toekomst van RFID belooft verdere innovaties en integratie in ons dagelijks leven. Verbeteringen in energie-efficiëntie, miniaturisatie en kosten zullen de adoptie van RFID-tags stimuleren. Verwacht wordt dat nieuwe sectoren de technologie zullen omarmen, waardoor RFID een integraal onderdeel wordt van de technologische vooruitgang.

1.10.4 Privacy

Hoewel RFID-technologie indrukwekkende voordelen biedt, brengt het ook privacykwesties met zich mee. Omdat RFID-tags informatie draadloos kunnen verzenden en ontvangen, is er bezorgdheid over ongewenst volgen en ongeoorloofde toegang tot persoonlijke gegevens. Het is van cruciaal belang om strikte beveiligingsmaatregelen te implementeren en een evenwicht te vinden tussen het potentieel van RFID en de bescherming van individuele privacy.

1.11 Elektronisch betalen

Banken richten zich op veilig internetbankieren en elektronisch betalen. Veiligheid en privacy zijn cruciaal bij elektronische transacties.

1.12 E-commerce

E-commerce omvat online handel waarbij producten en diensten via internet worden gekocht en verkocht. Veiligheid en betrouwbare betalingssystemen zijn essentieel voor het opbouwen van vertrouwen tussen kopers en verkopers.




Volgende Samenvatting